
Wanneer je aan vleesetende planten denkt, dan zien we al snel het beeld van een wat griezelige, grote, mysterieuze en cartoon achtige plant. Het is als het ware een soort van horrorfilm in het klein, een plant met kaken, tandjes want hier lijken ze toch echt op, welke in staat is om nietsvermoedende insecten op te slokken.
Wist je dat het verhaal ook omgedraaid kan worden? Wist je dat vleesetende planten eigenlijk zelfs ongelofelijk schattig kunnen zijn? Bestaan deze planten echt, de schattige bedoelen we? Jazeker, maar waarom hoor je er dan toch zo weinig over? We gaan in deze blog eens dieper in op de vleesetende plantjes, welke een schattige uitstraling hebben. Geloof ons ze bestaan en ze zijn echt fantastisch.
Wat zijn vleesetende planten?
Voor wie er nog niet thuis is in de wereld van de vleesetende planten, hebben we even een korte uitleg in elkaar gezet. Een vleesetende plant (ook wel bekend als carnivoren plant). Zijn planten welke insecten en zelfs soms kleine dieren vangen en verteren om aan de voedingsstoffen te komen. Dit doen ze vooral omdat ze groeien op voedingsarme bodems, we bedoelen dan bodems die arm zijn aan stikstof en ook andere mineralen.
We hebben wereldwijd ongeveer 600 bekende soorten vleesetende planten. De meest bekende zijn wel de Venus vliegenval, ook wel bekend als de Dionaea muscipula, maar ook de Zonnedauw (Drosera) en de Bekerplant (Nepenthes of Sarracenia). Al deze planten hebben natuurlijk geheel hun eigen vallen en vangtechnieken ontwikkeld. Dit van klemmen en ook kleefvallen tot aan de meer glibberige vallen waarin het insect gegarandeerd zal uitglijden.
We kunnen je zeggen dat deze plantjes met hun slimme en ook brute jachttechnieken schattig zijn, ben je al overtuigd? Nog niet? Dan is dat wat we vandaag eens dieper gaan onderzoeken.
Wat maakt een plant "schattig"?
Voordat we eens echt in de soorten gaan duiken is het belangrijk dat we ons voor kunnen stellen wat “schattig” in het geval van planten. Het “schattig” zijn is natuurlijk ontzettend subjectief. Het is namelijk zo dat wat de ene aandoenlijk vindt, de ander ziet als een gewone plant. Toch hebben we wat universele kenmerken welke ervoor zorgen dat wij iets als schattig gaan zien, laten we daar samen eens naar gaan kijken:
- Kleine omvang: miniatuurversies van dingen vinden we over het algemeen al snel schattig.
- Ronde vormen: scherpe hoeken en stekels zijn vaak minder aantrekkelijk dan ronde, zachte vormen.
- Levendige kleuren: heldere kleuren zoals roze, rood, limegroen of paars worden geassocieerd met speelsheid.
- Symmetrie: planten (en dieren) met symmetrische vormen worden esthetisch aantrekkelijk gevonden.
- Bewegelijkheid of interactie: iets dat reageert op aanraking of beweging krijgt vaak een “levendig” en aandoenlijk karakter.
Je zou denken dat iets vleesetend met de vallen die ze bezitten hier niet aan zouden voldoen. Maar het zal je toch echt verbazen dat niets minder waar is.
1. De Venus vliegenval
Laten we beginnen met de bekendste van allemaal: de Venus vliegenval (Dionaea muscipula). Dit is een plant die beroemd is geworden dankzij zijn vallen, het zijn als het ware twee bladeren of lobben die als een soort kaak dichtklappen, dit zodra er een nietsvermoedende vlieg op landt. Er zijn zelfs cartoons en spellen gemaakt die deze plant op een bepaalde neerzetten, dit dus op een totaal niet schattige wijze. Deze plant is beroemd geworden door zijn unieke valmechanisme: twee blaadjes die als een soort kaak dichtklappen zodra er een nietsvermoedende vlieg op landt. Klinkt bloederig? Dat valt wel mee.
Wie er echt eens goed kijkt naar een gezonde Venus vliegenval, die ziet dat het een verassende, ordelijke en ook speelse plant kan zijn. Zo zijn de kleine bekjes vaak maar een paar centimeter groot en kleuren deze ook in de prachtige tinten van groen tot aan felrood. Deze bekjes staan als kleine bloemetjes omhoog, dit met delicate haartjes welke als sensoren dienen. Deze symmetrische vorm, het compacte formaat en vooral ook de levendige kleuren geven deze planten een vrijwel cartoonesk uiterlijk.
2. Drosera
De Zonnedauw (Drosera) zou wel eens de meest elegante vleeseter kunnen zijn die er is. Dit zijn plantjes die bedekt zijn met wat glinsterende dauwdruppels, in werkelijkheid werken deze druppels wat anders. Ze zijn er namelijk om insecten mee te vangen. Deze dauwdruppels reflecteren het licht. Hierdoor lijkt het alsof de plant versierd is met pareltjes en kristallen. De Zonnedauw komt in echt allerlei soorten en ook maten voor, denk aan de soorten van slechts een paar millimeter tot aan de soorten die er echt uitzien als een soort van miniatuur palmboom.
Vooral de wat kleinere soorten en denk hierbij vooral aan de Drosera capillaris of Drosera spatulata, dit zijn de echte juweeltjes. Ze zijn namelijk rond, vrij compact, ontzettend kleurrijk en ook glinsterend. Echt schattiger kun je het bijna niet maken. Er zijn soorten die een ietwat lichtroze of lavendelkleurige gloed hebben. Wanneer je dit combineert met het feit dat de plant niet dichtklapt of ook echt hard toeslaat, maar eerder stilletjes wacht totdat een insect vast blijft plakken. Dit resulteert weer in een kalme en ook charmante kleine jager.
3. Pinguicula
De Pinguicula, ook wel beter bekend als het vetblad, dit lijkt natuurlijk in eerste instantie helemaal niet op een vleesetende plant. Sterker nog: veel mensen verwarren haar met een gewoon vetplantje of zelfs een succulente. Maar vergis je niet: deze bladeren zijn bedekt met een subtiele laag kleverige vloeistof waarmee weer kleine vliegjes gevangen worden. Deze bladeren zijn vaak ietwat frisgroen of lichtgeel en voelen ook zacht en dik aan. Denk maar eens aan een klavertje vier met een glansje.
De charme van de Pinguicula zit hem weer in de eenvoud. Dit zijn planten die echt iets knus hebben. Ze groeien namelijk ontzettend compact, hebben ronde blaadjes en bloeien ook nog eens met de meest prachtige bloemen die je zou kunnen vergelijken met viooltjes. Denk je kuist bij vleesetende planten aan bloeddorstige vallen? Dan zal de Pinguicula je zeker weten het tegendeel bewijzen. Deze vangt haar prooi zachtjes, zonder gedoe en staat ook nog eens prachtig op menig vensterbank.
4. Utricularia
Laten we nu eens kijken naar de meest verrassende vleesetende plant in dit lijstje, namelijk de Utricularia. Deze plant staat ook wel bekend als het blaasjeskruid. Deze plant leeft voornamelijk in het water en vangt daar hele kleine prooidieren zoals watervlooien. Dit doet het plantje middels kleine vacuüm zakjes. Deze bevinden zich onder water en klappen ook razendsnel open. Waar je de vleesetende planten actie dus niet ziet gebeuren, hier zijn het vooral de bloemen van de plant die de show zullen stelen.
De Utricularia hebben vaak wat bloemen die lijken op miniatuur orchideeën. Deze zijn kleurrijk, symmetrisch en lijken ook nog eens op kleine poppetjes of lipjes. Dit in wit, geel, paars of blauw. Ze bloeien namelijk vrolijk boven het wateroppervlak uit. Dit terwijl ze aan de onderzijde de kleine prooien weg slurpen. Het is dus één schattige illusie boven water, maar een geduchte jager onder water.
Waarom worden ze niet vaker als “schattig” gezien?
Het is ongelofelijk fascinerend dat de plantjes ontzettend weinig als leuk of zelfs lief worden voorgesteld. Het is een vraagstuk waarom dat vleesetende planten zich vooral blijven bevinden in het domein van de horrorverhalen, science fiction films en zelfs Halloween decoratie. We hebben hierover wat ideeën, laten we hier eens naar gaan kijken:
1. Culturele beeldvorming
Vanaf de jonge leeftijd worden de vleesetende planten vaak afgebeeld als gevaarlijk. Denk hierbij maar eens aan de plant Audrey II uit de musical Little Shop of Horrors. Hier is het een bloeddorstige, pratende vleeseter welke mensen verslindt. Of weer videogames waarin ze als monster of een vijand dienen. Zelfs als we denken aan planten die vlees eten, weten we dat dit tegen ons beeld van wat een plant normaliter hoort te doen ingaat.
2. Onbekend maakt onbemind
Ontzettend veel van ons kennen slechts twee soorten vleesetende planten. Eerlijk is eerlijk de Venus vliegenval kan er wat dreigend uitzien als je niet weet wat je ziet. De meeste mensen hebben overigens nog nooit een schattige Drosera of een bloeiende Pinguicula gezien. Als je ze zou zien zonder uitleg, zou je misschien niet eens weten dat ze vlees eten.
3. Marketing en presentatie
In tuincentra of op markten worden vleesetende planten vaak gepresenteerd als ‘grappige en vooral ook aparte plantjes of ‘voor de stoere plantenliefhebber’. Zelden zie je ze gestyled in vrolijke potjes, met focus op kleur, bloei en schoonheid, dit terwijl hier juist hun kracht ligt. Denk aan hoe succulenten jarenlang alleen in cactuskasjes werden verkocht, maar inmiddels Instagram-waardige decoraties zijn geworden.
Tijd om het beeld te veranderen
Wat als we nou het beeld van de vleesetende plant eens anders gaan bekijken, dit niet alleen maar als een freak van de natuur, maar ook nog eens als een wonderlijke en vooral ook speelse aanvullingen op onze vensterbanken en tuinen? Het zijn overigens niet alleen maar planten die ontzettend nuttig zijn, maar ook nog eens mooi, grappig en jazeker zelfs schattig.
Stel je voor:
- Een vensterbank met een rijtje mini Drosera’s in gekleurde potjes.
- Een bloeiende Pinguicula naast je keukenkruidentuintje.
- Een terrarium met een paar vrolijk ogende Venus vliegenvallen die je begroeten als je langskomt.
- Een vaasje met water waarin een bloeiende Utricularia danst.
Hoe houd je ze gelukkig (en schattig)?
Wil; je dolgraag zelf aan de slag met de schattige vleesetende planten? Super goed idee! Ze zijn zeker niet alleen maar een leuke toevoeging aan jouw plantenverzameling, maar ook nog eens een super fascinerend stukje natuur welke je van dichtbij kunt meemaken. Wil je de charme behouden? De glimmende druppeltjes en de kleurrijke bekjes? Natuurlijk de prachtige tere bloemetjes niet te vergeten. Is het toch belangrijk om ze goed te kunnen verzorgen. Gelukkig is dat helemaal niet moeilijk, dit zolang je weet waar je op moet letten.
Hier zijn een paar basisregels die gelden voor de meeste soorten vleesetende planten – met extra uitleg en handige tips erbij.
1. Gebruik regenwater of gedemineraliseerd water
De vleesetende planten zijn ongelofelijk gevoelig. In de natuur groeien deze op, op zure mineraalarme bodem. Denk hierbij maar eens aan veenmoerassen, natte heidevelden of zelfs tropische hoogvlaktes. Het water dat daar voorkomt is zeker weten vrij van kalk en zouten. Ons kraanwater daarentegen bevat vaak te veel mineralen en kalk. Dit kan op lange termijn funest zijn voor de wortels.
Wat kun je doen?
- Zet een regenton of een brede schaal buiten om regenwater op te vangen.
- Gebruik gedemineraliseerd water (verkrijgbaar bij de drogist of supermarkt) of osmosewater (bijv. uit een aquariumwinkel).
- Heb je een condensdroger? Het opgevangen water is ook geschikt dit zolang er geen zeep of geurstoffen in zitten.
Let op: bij gebruik van een gieter of sproeier die je eerder voor normale planten gebruikte, spoel deze eerst goed uit. Restjes kalk of mest kunnen alsnog meekomen.
2. Geen meststof
Het is een ontzettend veelgemaakte fout: uit gewoonte gaan we de planten willen voeden met een beetje plantenvoeding. Maar bij vleesetende planten zal dit meer schade aanbrengen dan dat het goed zal doen. De wortels zijn niet gemaakt om voeding uit de bodem op te nemen. Dit is de reden dat de planten vallen bezitten. Mocht je de planten toch gaan bemesten, dan kan het zijn dat ze ziek worden of zelfs afsterven.
Hoe dan wel?
- Laat ze gewoon hun eigen prooi vangen. Zelfs in huis komen er genoeg kleine vliegjes voorbij voor een snack.
- Staat je plant op een plek zonder insecten? Dan mag je af en toe een klein fruitvliegje of gedroogd mugje geven, maar niet vaker dan eens per paar weken.
- Gebruik nooit kunstmatige mest of vloeibare voeding. Ook ‘bio’ of ‘organische’ varianten zijn te geconcentreerd.
3. Veel licht, weinig warmte
De vleesetende planten houden van licht en dan bedoelen we ook echt veel licht. Ze hebben ontzettend veel zonlicht nodig en dan bedoelen we ook echt veel licht. Dit om hun mooie kleuren te kunnen behouden of ontwikkelen. Daarnaast kunnen de te hoge temperaturen of te droge lucht de groei ook aanzienlijk remmen of zelfs schade veroorzaken.
Wat is ideaal?
- Zet ze op een vensterbank op het oosten of westen. Een plek op het zuiden kan ook, mits ze geleidelijk aan de zon gewend raken.
- In de zomer: scherm ze eventueel af met een dun gordijntje als de zon te fel is.
- In de winter: geef ze een plekje met zoveel mogelijk daglicht, of overweeg een groeilamp.
- Let op met radiatoren of tocht – die kunnen de lucht te droog maken. Je kunt dan een schaaltje water naast de plant zetten of een luchtbevochtiger gebruiken.
4. Gebruik arme, zure grond
Gooi de potgrond uit de supermarkt maar even aan de kant – vleesetende planten hebben een speciaal soort bodem nodig. In gewone potgrond zit te veel voeding, vaak ook kalk en compost – allemaal stoffen die deze planten niet kunnen verdragen.
Hoe maak je het goed?
- Het meest gebruikte mengsel is een combinatie van ongekalkte turf (veenmos) en perliet of silica zand. Dit bootst de natuurlijke omstandigheden na.
- Gebruik bij voorkeur biologische turf zonder toegevoegde meststoffen.
- Geen turf kunnen vinden? In gespecialiseerde winkels zijn kant-en-klare ‘carnivoor mixen’ te koop.
- Gebruik altijd potten zonder kalkresten, bij voorkeur van plastic of geglazuurd keramiek. Terracotta potten geven vaak kalk af aan de grond.
Tip: vervang de grond eens in de 1 à 2 jaar. Zo blijft de zuurgraad optimaal en voorkom je dat mineralen zich ophopen.
5. Laat ze hun werk doen
We snappen de goede bedoelingen echt wel en geloof ons, de kleine plantjes ook. Je wilt dolgraag helpen door jouw kleine plantjes insecten te voeren of door bladeren dicht te tikken om het mechanisme te zien. Maar bedenk dat iedere val die dichtklapt, energie kost. Als er geen echte prooi in zit, is dat energieverlies voor niks, bij herhaling kan het zelfs leiden tot het afsterven van het blad.
Wat is beter?
- Laat de plant zelf haar prooi vangen dat doet ze het beste.
- Wil je toch iets geven? Kies dan een klein, natuurlijk insect (geen rauw vlees of suikervrije snoepjes ja, dat gebeurt echt).
- Teken of tik de vallen niet uit nieuwsgierigheid één keer proberen kan geen kwaad, maar doe het niet dagelijks.
- Bladeren die zwart worden? Dat is normaal oude vallen sterven af, en er groeien vanzelf weer nieuwe aan.
Geef de plant vooral rust, stabiliteit en een plekje waar ze zich veilig voelt. Net als mensen gedijen ze het best als ze niet telkens verplaatst of ‘gestoord’ worden.
Conclusie
Wij van Vleesetendeplant.nl weten natuurlijk dat er planten bestaan die vlees eten én ook schattig zijn. We verkopen deze schattige en super lieve plantjes uiteraard ook zelf. Van de kleurrijke glinstering van de Drosera tot de viooltjesachtige bloei van de Pinguicula, deze planten zijn allesbehalve eng. Ze zijn intelligent, speels, verrassend mooi en vooral: ze doorbreken onze verwachtingen.
Misschien is het tijd om ons idee van “lief” en “schattig” wat op te rekken. Want soms zit de grootste charme precies daar waar je het niet verwacht: in een klein plantje dat met zachte kracht zijn eigen unieke manier heeft gevonden om te overleven. En dat verdient toch op z’n minst een plekje op je vensterbank?