Venus Flytraps (10)

De Venusvliegenvanger, Latijnse naam (Dionaea Muscipula), is de enige soort binnen deze familie. De plant is echter wél gerelateerd aan de Zonnedauwfamilie. De Venusvliegenval is voor het eerst gedocumenteerd in 1760, waarop de ontdekker  deze plant de naam ‘Fly Trap Sensitive’ gaf.

De Venusvliegenvanger, of Venus Vliegenval, is zonder twijfel de bekendste vleesetende plant. Met de bekende bladeren die op een mond lijken, is het een iconische, geliefde en indrukwekkende plant.

Dionaea Muscipula: De val

De Venusvliegenvanger vangt kleine insecten, denk aan: vliegen en spinnen en wordt daarom een vleesetende plant genoemd. Het vangen van insecten doet de Venusvliegenvanger met de zogenaamde dichtklappende val. De dichtklappende val bestaat uit twee bladhelften die in het geheel op een mondje lijken. Deze bladhelften zijn zo ontworpen dat de helften snel dichtvallen om zo een insect te kunnen vangen. De geur van de bladhelften lokt de insecten op het blad. Binnenin het blad bevinden zich drie tot negen voelhaartjes, welke als een soort sensor werken. Bij de aanraking van twee voelhaartjes binnen twintig seconden, doet het ‘mondje’ van de Venusvliegenval laten dichtvallen. Na een succesvolle vangst wordt het mondje gevuld met een verteervloeistof om zo het insect te kunnen verteren. Het insect wordt binnen twee tot tien dagen verteerd. Als de val van de Venusvliegenval zonder iets te vangen dichtgaat, dan gaan de bladeren na een paar uur weer open. Belangrijk: het is echter zeer slecht voor de plant om dit te doen. Het vergt namelijk veel energie voor de plant om zo’n val te laten dichtklappen. 

Na 10 keer

De val van de Venusvliegenvanger kan maar een paar insecten verteren. Zo gebruikt de Venusvliegenval een blad maar 10 keer. Na deze 10 keer sterft de val. Maar wees gerust… de mondjes dienen puur als voedingsbron voor de plant. Als er een mondje (na succesvolle vangsten) sterft, dan betekent dit dat de plant genoeg voedingstoffen heeft om nieuwe mondjes te laten groeien. Deze indrukwekkende plant kan tot wel 20 jaar meegaan met de juiste verzorging. Wil je meer weten over dionaea muscipula verzorging? Kijk dan naar onze verzorgtips.

Venusvliegenvanger afkomst

De Venusvliegenvanger komt, net als de trompetbekerplant (Sarracenia), oorspronkelijk uit Noord-Amerika. De plant leeft hier voornamelijk op een stikstofarme bodem, denk hierbij aan moerassen en veengrond. Doordat er vrijwel géén voedingsstoffen in de bodem zitten, heeft de Venusvliegenval de val ontwikkeld om zo alsnog de benodigde voedingsstoffen te winnen. De plant haalt dus haar voedingsstoffen niet uit de bodem, maar uit de insecten.

Venusvliegenvanger eigenschappen

De Venusvliegenvanger wordt 10 centimeter groot. De plantjes groeien laag. De Venusvliegenvanger houdt heel erg van de zon. Als de zon op de binnenkant van de blaadjes schijnt krijgen deze een mooie rode kleur. Hiermee worden ze aantrekkelijker voor insecten. De Venusvliegenvanger is een subtropische plant, waardoor ze zachte winters kunnen overleven. In de winter houdt de plant een winterrust. Verzorgtip: het is dus belangrijk dat de Venusvliegenvanger bij jouw in huis ook een winterrust krijgt. Lees meer vleesetende planten verzorging tips.

Interessante weetjes

Wist je dat wind of regendruppels geen reactie uitlokken voor de Venusvliegenvanger? Dit komt omdat de druppels en de wind te langzaam gaan. Bovendien is het een zeer slimme plant. Zo lijkt de plant tot twee te kunnen tellen. Pas als de voelhaartjes op de bladeren tot twee keer binnen 20 seconden worden aangeraakt, is het voor het insect te laat. De val valt namelijk razendsnel dicht. Zit er langer dan 20 seconde tussen? Dan ‘reset’ de val zich. Slim, meedogenloos en indrukwekkend: de Venusvliegenvanger (dionaea muscipula).

Een andere vleesetende plant kopen? Bekijk dan ons uitgebreid assortiment met diverse soorten vleesetende planten.