
Denk er eens over na, had je ooit verwacht dat je vrijwillig een plant zou verzorgen die zich zou voeden met levende insecten? We denken dat je hier nog altijd vrij verbaasd over bent. Laat bijvoorbeeld staan dat je zelf die plant zou kopen, met de uiterste liefde zou verzorgen en er ook jouw angst voor insecten mee zou overwinnen.
Toch is dit precies iets wat kan gebeuren. We leggen jou dan ook graag in deze blog het bijzondere proces uit, een proces van angst tot fascinatie en misschien zelfs wel wat trots.
De oorsprong van de angst
De angst voor insecten gaat voor velen al ver terug, zo kan het zomaar zijn dat je als kind al in paniek raakte wanneer je een oorwurm zag, een spin of zelfs een wesp. Waar dat je als kind andere kinderen met plezier in de modder zag spelen of torretjes zag bestuderen met loepjes bleef jij liever ver weg van alles wat krioelde, kroop en ook zoemde. Het was misschien een irrationele angst, maar toch ook niet minder diepgeworteld. Hoewel je natuurlijk als volwassenen gaat leren om jouw reacties te kunnen controleren, zul je in sommige gevallen het ongemakkelijke gevoel misschien wel onbewust blijven voeden.
Zo zul je in de zomer waarschijnlijk de picknicks in het gras vermeden hebben, kamperen was ook echt geen ding en een open raam kon wel eens betekenen dat je gewapend met een elektrische vliegenmepper gaat patrouilleren. We weten hoe vermoeiend het kon zijn en je wist ergens dat het toch anders moest.
De onverwachte ontmoeting
Zo kwam je toevallig uit in de wereld van de vleesetende planten, het kon zomaar zijn dat je op een regenachtige dag een tuincentrum binnenliep, je had dan misschien geen plannen om iets te kopen, toch viel jouw oog op een tafeltje vol met planten die je nog nooit eerder had gezien. Toch staat er een bordje bij die je helpt. Vleesetende planten, natuurlijk tegen insecten.
Dit bracht waarschijnlijk de nieuwsgierigheid tot een geheel nieuw level, je bestudeert de vallen en de bekers eens van dichtbij. Wat we veel horen is dat de eerste vleesetende plant die ze aantrok de Venus vliegenval(Dionaea muscipula) is. Een plant die ietwat buitenaards oogt met mondjes die langzaam sluiten om een prooi. We horen wel eens dat men zag dat er nog resten van een vlieg in één van die vallen aanwezig was. Je voelde geen afkeer, maar eerder een soort van fascinatie. Dit was de eerste keer dat jij met andere ogen naar een insect ging kijken. Dit niet als een bedreiging maar ook als een onderdeel van een prachtig systeem.
Jouw eerste vleesetende plant
Vermoedelijk was jouw eerste plant toch een Venus vliegenval. Je wou simpelweg eens weten hoe dat het zou gaan. Wanneer je dan thuis aankwam gaf je de plant een plekje op de vensterbank en spendeerde je de hele dag in het verdiepen in de verzorging van deze plant. Je leerde dat de plant van origine uit de moerasgebieden in Noord- en Zuid-Carolina komt, en dat ze geen mest nodig hebben, maar juist arm, zuur bodemsubstraat en regenwater of gedemineraliseerd water. Het was een beetje alsof je een soort van mini-ecosysteem in huis had gehaald.
Elke dag spendeerde je wat tijd om bij jouw plantje te gaan kijken en met het bijkomende voordeel dat jij je iedere dag weer wat meer op jouw gemak voelde. Dit niet alleen maar bij de plant, nee ook bij de insecten die een ongelofelijk belangrijke rol spelen binnen het concept. Hoe kon je namelijk nog bang zijn voor iets dat jouw plantje hard nodig had om te kunnen blijven leven.
Een les in controle
Een ontzettend grote bron van angst bij insecten is toch het gevoel van controle verlies. Een insect verschijnt zomaar en ze kunnen onverwachts gaan vliegen, kruipen en zelfs bijten. De vleesetende planten geven dat gevoel weer een beetje aan je terug. Het zijn super passieve planten, maar toch weer ontzettend krachtig. Deze planten laten zien dat insecten absoluut niet onoverwinnelijk zijn. Deze maken deel uit van de natuur en de natuur heeft zelf manieren gecreëerd om met hen om te kunnen gaan.
Wat we horen is dat je vaak je plantje wilde helpen en een fruitvliegje ving om deze aan jouw plantje te geven. Je legde hier het vliegje op een open val en de beweging van het insect activeerde de haartjes. Je zag de val dichtklappen en nu begon het proces. Hier kwam absoluut geen geweld of chemie bij kijken, dit was puur biologisch wonder.
Je vertelt dan ook blij dat met elke keer dat je dit deed, de angst voor insecten weer afnam. Je raakt gewend aan de vormen, de bewegingen en ook ode geluiden van de insecten. Deze waren absoluut niet langer vijanden, maar gewoon simpelweg voedsel. Dit veranderde dan ook jouw houding ten opzichte van insecten op een fundamenteel level.
Meer planten, minder angst
Na een paar maanden vond je het toch tijd om de collectie wat uit te breiden. Zo kocht je een Zonnedauw(Drosera capensis) en een Sarracenia(trompetbekerplant). Beide soorten vangen natuurlijk op een geheel eigen wijze insecten. De Zonnedauw doet dit met zijn glinsterende kleefdruppels op de tentakels, waar dat de Sarracenia met haar diepe, kleurrijke bekers waar insecten in glijden en niet meer uit kunnen.
Al deze planten creëerde voor jou een compleet nieuwe invalshoek op de wereld van de insecten. Telkens merkte je opnieuw dat hoe meer je leerde, hoe minder bang voor insecten je hoefde te zijn. Het zit namelijk zo dat angst vaak voort komt uit de onwetendheid. Maar kennis, begrip en zelfs bewondering kunnen die angst oplossen als sneeuw voor de zon.
Je las ontzettend veel over de biologie van de planten, de ecologie van hun natuurlijke omgeving en ook hoe dat ze zich aangepast hebben om in voedselarme bodems te kunnen overleven door op insecten te jagen. Dat is toch echt ontzettend fascinerend?
Van angst naar fascinatie
Wat eigenlijk begon als een manier om iets te kunnen doen tegen insecten, liep uit tot een ware passie. Waar je voorheen alles wat zoemde of krioelde meteen afmaakte en de deur uit joeg, ging je nu juist op zoek naar manieren om insecten eens goed te kunnen bestuderen. Je wilde namelijk weten wat er rondvloog in jouw huis en tuin en ook waarom. Dit begon vaak met simpele vragen, is het een bij of een wesp? Wat doet een oorwurm nou eigenlijk. Dit eindigde vaak in urenlange zoektochten naar antwoorden, maar ook documentaires en ook boeken over insectengedrag.
Je leerde al heel snel het verschil tussen nuttige insecten en plaagdieren en zelfs daarbinnen bleek de grens soms grijs. Een wesp kan opdringerig zijn tijdens een picknick, maar is ook een natuurlijke vijand van vliegen en muggen. Daarnaast kunnen spinnen, voor vele een grote angst, uitstekende huisgenoten zijn als het aankomt op het op natuurlijke wijze bestrijden van insecten in huis.
We ontdekte hoe dat bijen bijdragen aan de bestuiving van bijna alle voedselgewassen, hoe dat vlinders kwetsbare signalen zijn van een gezond ecosysteem en ook hoe dat kevers een belangrijke rol spelen in het opruimen van organisch materiaal. Zo was het beeld van de enge beestjes veranderd in dat van de kleine en vooral ook nuttige wezens, die op hun beurt weer onderdeel zijn van iets veel groters.
In plaats van dat je nog bang was van het onbekende, ging je jezelf meer openstellen voor de natuur. De vleesetende planten waren in dit geval een perfect bruggetje. Deze vormden een soort van veilige tussenwereld, je hoefde de insecten namelijk niet aan te raken of direct te benaderen. Toch kon je ze wel van dichtbij bestuderen. Dit gaf je ongelofelijk veel ruimte om jouw angst los te laten, dit stap voor stap. In plaats daarvan maakte je plaats voor verwondering.
Wat ik leerde van mijn planten
De grootste les die je kunt leren is dat angst vrijwel nooit een goed kompas is. Vaak zorgt dit ervoor dat je wegrent van een ervaring die jou juist rijker, rustiger en ook completer zou moeten maken. Ze geven je niet alleen de controle over jouw omgeving maar ook over jouw eigen binnenwereld.
Angst is immers absoluut geen vijand die je moet verslaan. Het is een op zichzelf staand signaal dat weer vraagt om aandacht. Soms heb je daar geen therapie of drastische confrontaties voor nodig. Vaak kun je dan met een plantje op jouw vensterbank al leren dat zelfs de engste dingen toch een plekje kunnen krijgen in jouw leven.
Praktische tips voor wie ook bang is voor insecten
Voor wie last heeft van insectenangst, weet precies hoe verlammend het soms kan voelen. Zo kan een simpele wandeling in het park of het openen van een raam op een zomerse avond ineens een bron van stress worden. Toch is er goed nieuws, zo kun je leren om anders naar insecten te gaan kijken. Dit niet vanuit paniek, maar meer vanuit nieuwsgierigheid. Misschien al met iets meer kalmte. Dit alles hoeft natuurlijk niet in één keer en al helemaal niet radicaal. Een kleine stap kan al een enorm verschil maken.
Hieronder vind je tips die mij persoonlijk geholpen hebben, aangevuld met inzichten die jou hopelijk ook kunnen ondersteunen op jouw eigen weg naar meer rust.
Begin klein
Een Venus vliegenval is een uitstekende eerste stap. Het is een relatief kleine plant die geen overweldigende zorg vraagt en daarnaast ook een fascinerende werking heeft. Doordat deze plant echt letterlijk insecten vangt, kan het hele gevoel van een machteloosheid omslaan in een gevoel van controle, je hebt immers een plant die op die beestjes jaagt, dus je zult er snel genoeg van af zijn.
Je wil toch elke dag even kijken naar jouw plant, het wil niet zeggen dat je er iets mee moet doen. Vaak is observeren al meer dan voldoende. Het is alsof jij een klein stukje natuur in jouw huis haalt dat jou op een hele vriendelijke manier laat zien hoe dat de voedselketen nou eigenlijk in elkaar steekt.
Informeer jezelf
Ontzettend veel angsten ontstaan uit het onbekende. Hoe minder jij weet over insecten, hoe groter en gevaarlijker dat ze lijken in jouw gedachte. Doordat jij je juist verdiept in de wereld van de insecten, ontdek je dat het vaak gaat om uiterst nuttige, slimme en zelfs kwetsbare dieren.
Probeer in dit geval eens te lezen over de rol van bijvoorbeeld bijen en de bestuiving van gewassen, maar ook eens over kevers en hoe dat ze helpen bij het opruimen van dood en organisch materiaal. Je hoeft absoluut geen entomoloog te worden, maar hoe meer je weet hoe minder eng het allemaal gaat voelen.
Tip: kijk maar eens naar natuurdocumentaires, lees boeken over biodiversiteit of volg accounts op sociale media welke op een zeer toegankelijke wijze informatie delen over insecten.
Observeer van een afstand
Je hoeft echt geen insecten aan te raken of ze van dichtbij te bestuderen mocht dit nog te spannend voelen. Je wil de natuur zijn werk laten doen en gewoon toekijken. Denk maar eens aan het proces van jouw vleesetende plant die een vlieg vangt. Je wil dan het algehele proces observeren. Zie hoe zorgvuldig en natuurlijk het verloopt. Er is geen paniek, geen chaos alleen een rustig, biologisch ritme.
Zelfs buiten kun je oefenen. Zie je een mier lopen? Blijf op afstand en kijk een halve minuut hoe die beweegt. Die observaties helpen je om vertrouwd te raken met hun gedrag en uiteindelijk ook met hun onschadelijkheid.
Vier kleine overwinningen
Al die keren dat jij geen paniekaanval hebt gekregen bij het zien van een spin, vlieg of kever, is het toch echt een overwinning. Deze mag je ook zeker erkennen. Zelfs als jouw hart zoveel sneller klopt dan normaal of wanneer jij je ongemakkelijk voelt. Jij bent niet gevlucht maar gebleven en dat is precies zoals vooruitgang eruitziet.
Misschien heb je een keer een raam open gelaten zonder het meteen dicht te gooien bij het eerste gezoem. Of je hebt een insectenval schoongemaakt zonder handschoenen. Schrijf die momenten op of vertel ze aan iemand. Je groeit en dat mag gevierd worden.
Verander je taalgebruik
Let eens op hoe je over insecten praat, tegen jezelf en tegen anderen. Gebruik je woorden als “vies”, “eng”, “walgelijke beesten”? Probeer dan eens een experiment aan te gaan met andere woorden. Je hoeft niet ineens enthousiast te zijn, maar je kunt bijvoorbeeld zeggen: “Dat ziet er fascinerend uit” of “Die kever heeft echt prachtige kleuren.”
Taal beïnvloedt onze beleving. Als je neutraler of zelfs positiever leert praten over insecten, dan volgt jouw gevoel daar vaak vanzelf in mee.
Creëer een veilige ruimte om te oefenen
Zorg ervoor dat je een plek hebt waar je jezelf kunt uitdagen zonder overweldigd te raken. Dat kan een kamer zijn waar je een plant zet, of een hoekje in de tuin waar je bewust observeert. Begin met soorten die minder bewegelijk zijn zoals slakken, rupsen of lieveheersbeestjes, voordat je overstapt op vliegende of snellere insecten.
Een veilige omgeving is essentieel om angst om te buigen naar nieuwsgierigheid. Je weet dan: ik heb hier de controle en als het te veel wordt, kan ik stoppen.
Betrek anderen en deel jouw proces
Jij bent absoluut niet de enige met insectenangst. Door jouw ervaringen te delen met vrienden, familie of via online fora kun je steun vinden en anderen inspireren. Je zult merken dat veel mensen vergelijkbare gevoelens hebben en misschien zelfs zelf vleesetende planten in huis hebben gehaald om op een vriendelijke manier aan hun angst te werken.
Samen sta je sterker en wie weet: misschien wordt het verzorgen van vleesetende planten wel een gezamenlijke hobby.
Een onverwachte vorm van therapie
De vleesetende planten zijn zoveel meer dan alleen een natuurlijk alternatief voor een insectenspray. Ze zijn super educatief, meditatief en zelfs therapeutisch. Voor jou betekenden ze waarschijnlijk het verschil tussen leven in angst en ook leven in verwondering. Hoewel we nog steeds niet staan te springen bij een wesp op de arm, voel je toch geen paniek meer. Je observeert, ademt rustig en je zou zelfs kunnen denken: zou mijn Sarracenia er iets mee kunnen?
Slotgedachten
Wat begon als een onverwachts bezoek aan een tuincentrum ,groeide uit tot een persoonlijke reis van groei en ook heling. Wij van Vleesetendeplant.nl krijgen dit dus regelmatig te horen en we zien dat wanneer vleesetende planten op vensterbanken komen te staan, de vallen open staan, ze ook gereed zijn. Je hebt nu insecten leren accepteren en natuurlijk ook weer een stukje van jezelf.
Mocht je nog steeds worstelen met angsten voor insecten dan raden we je aan om vleesetende planten in huis te halen. Het is een soort van wondermiddel, een stille en groene coach. Soms zijn er immers geen woorden nodig om te leren, alleen een beetje geduld, wat regenwater en een paar open bladeren.