Terug

Een maand lang alleen regenwater te gebruikt voor jouw vleesetende planten

Een  maand lang alleen regenwater te gebruikt voor jouw vleesetende planten

Wanneer jij vleesetende planten houdt zoals de Venus vliegenval, de Zonnedauw of de Bekerplant, kom je al snel tot de ontdekking dat deze bijzondere planten heel specifieke eisen stellen aan hun verzorging. Een hele onderschatte, maar ongelofelijk belangrijke onderdelen van die verzorging is toch wel het water.

We gaan in deze blog eens dieper in op een zeer fascinerend experiment, namelijk wat gebeurt er als je jouw vleesetende plant uitsluitend regenwater geeft? Maakt dit een enorm verschil met kraanwater? Zijn er veranderingen in de groei, de gezondheid of zelfs de kleur van vleesetende planten? Wat leer je daar nou als plantenliefhebber van?

Waarom is regenwater zo belangrijk voor vleesetende planten?

Laten we eens gaan beginnen met de basis. Vleesetende planten groeien namelijk van nature op in gebieden waarin de bodem arm is aan algemene voedingsstoffen die planten normaliter nodig zouden hebben. Denk hierbij maar eens aan gebieden zoals moerassen, veengebieden en ook natte heidevelden. Dit zijn bodems waarbij er nauwelijks stikstof en ook fosfaat aanwezig is. Dit zijn voedingsstoffen die andere planten normaliter nodig hebben om te kunnen floreren en te overleven. Voor vele vleesetende planten betekent dit dat ze zich aan hebben moeten passen om te kunnen overleven. Dit deden ze op een geniale manier, ze evolueerde hier tot jagers.

Zo hebben de vleesetende planten zich moeten focussen op insecten en andere kleine diertjes, zij vormen in dit geval een geheel vervangende en alternatieve bron van voedingsstoffen. Ze vangen deze insecten namelijk met hun unieke en gespecialiseerde vangmechanismen. Denk aan kleverige bladeren, bekers en klapvallen, hiermee vangen en verteren ze vervolgens hun prooien om aan stikstof, fosfor en andere belangrijke voedingsstoffen te kunnen komen. 

Maar deze bijzondere aanpassingen komen natuurlijk met een prijs, vleesetende planten zijn enorm gevoelig voor voedingen in hun wortelgebied. Dit komt omdat ze van nature opgroeien op een schrale en mineraal arme bodem. Hierdoor kunnen ze niet goed omgaan met hoge concentratie opgeloste stoffen in hun potgrond of water. Precies hier komt het belang van regenwater om de hoek kijken.

Kraanwater

Het kraanwater in Nederland is relatief veilig, schoon en ook uitstekend om te kunnen drinken. Toch is het minder geschikt voor vleesetende planten, de reden hiervoor is omdat er simpelweg te veel opgeloste mineralen aanwezig zijn. Denk hierbij eens aan:

  • Calcium (Ca)
  • Magnesium (Mg)
  • Natrium (Na)
  • Chloriden en sulfaten
  • Resten van kunstmest of verontreinigingen

Dit zijn stoffen die na verloop van tijd neer kunnen slaan in de potgrond. Je wil hierbij vooral aan planten denken die in gesloten potten staan zonder een goede drainage. Hier kunnen de mineralen zich gaan ophopen en uiteindelijk zorgen voor een zoutstress. Dit is iets waar dat vleesetende planten buitengewoon gevoelig voor zijn, je wilt in dit geval gaan kijken naar symptomen zoals:

  • Bruine of zwarte bladpunten
  • Tragere groei of stilstand
  • Verkleuring van vallen of bekers
  • Slechte ontwikkeling van vangmechanismen
  • In ernstige gevallen: wortelrot en plantsterfte

Wat ongelofelijk verwarrend kan zijn: is de schade die zich geleidelijk opbouwt. In het begin lijkt het natuurlijk alsof er niets aan de hand is, toch zal er na een paar maanden een duidelijk signaal aanwezig zijn dat de plant achteruit gaat zonder een duidelijke oorzaak. Dit wordt vaak verward met veel te veel zon, te weinig licht, een verkeerde voeding of zelfs een ziekte. Dit is het allemaal simpelweg niet, het probleem zit hem gewoon in het water.

Regenwater

We gaan nu eens kijken naar een heel ander type water, namelijk regenwater. Het bevat vrijwel geen opgeloste zouten of mineralen. Dit is nou het type water dat de vleesetende planten in hun habitats ook gewoon gewend zijn. Dit omdat het ontstaat door een verdamping en vervolgens weer neerslaat. Dit mag je zien als het destilleren van water door de natuur zelf. Het is prachtig om te zien wat de natuur zelf al allemaal kan regelen.

In de praktijk betekent dit:

  • Geen schadelijke zouten die zich ophopen in de potgrond
  • Een licht zure pH (meestal tussen 5.0 en 6.0), wat perfect is voor de meeste vleesetende soorten
  • Geen toevoegingen zoals chloor of fluor, die in drinkwater wel voorkomen
  • Een natuurlijke balans, die beter aansluit bij het leefmilieu van de plant

Doordat er regenwater gebruikt wordt, boots je zoveel mogelijk die natuurlijke omstandheden na waarin de planten zich natuurlijk op hun prettigst voelen.

Zuurtegraad en vleesetende planten

De pH- waarde van het water is natuurlijk ongelofelijk belangrijk. Veel vleesetende planten zijn echt gek op een zure omstandigheid. Ze groeien namelijk op in veengrond of sphagnum mos. Dit zijn gronden die beiden bekend staan om hun zuurheid. We weten ook dat kraanwater vaak neutraal tot licht basisch is (pH 7-8), wat op termijn de zuurgraad van de potgrond aantast. Dit kan voedingsstoffen anders laten binden of zelfs laten vrijkomen, dit heeft op zijn beurt weer een zeer negatief effect op de planten.

Het regenwater heeft vaker een pH-waarde tussen de 5 en 6 – licht zuur dus. Dit helpt om het natuurlijke zure karakter van de potgrond te behouden, het stimuleert weer een gezonde opname van water en ook voedingsstoffen via de wortels.

Het experiment: een maand lang alleen regenwater

We willen het effect van regenwater op vleesetende planten natuurlijk echt kunnen begrijpen, daarom wilde we dit graag op de proef stellen. We zette vier weken lang een paar planten apart en zetten hierop puur regenwater, geen osmosewater, geen kraanwater, geen gedestilleerd water. We zetten het puur op regenwater, dit zoals moeder natuur het natuurlijk ook bedoeld heeft.

De verzameling van vleesetende planten is enorm gevarieerd en daarom ook uiterst ideaal voor dit type experimenten. Alle soorten hebben hun eigen karakter, gevoeligheden en reacties op de omgeving. Het maakt het extra interessant om te kunnen zien hoe dat ze allemaal op hun eigen manier reageren op de veranderingen in waterkwaliteit.

Mijn plantencollectie bestond uit:

  • Dionaea muscipula (Venus vliegenval) – beroemd om haar klappende vallen. Een plant die vooral in het voorjaar en de zomer actief groeit, en visueel snel laat zien of ze goed in haar vel zit.
  • Drosera capensis (Kaapse zonnedauw) – een dankbare soort, bekend om haar glinsterende tentakels vol kleverig ‘slijm’. Deze plant reageert zichtbaar op verzorging en omgeving, ideaal voor observatie.
  • Sarracenia purpurea (Purperen bekerplant) – een Noord-Amerikaanse soort met diepe, open bekers die water vasthouden. Deze plant vangt insecten passief, en is erg gevoelig voor verstoring van de waterbalans.
  • Nepenthes alata (Tropische klimplant-bekerplant) – deze plant houdt van constante luchtvochtigheid en heeft hangende bekers aan de uiteinden van haar bladeren. Een iets lastigere soort, vooral binnenshuis.

We horen vaak dat vele het liefst kraanwater gebruiken, maar ook horen we gedestilleerd water en omgekeerd osmose water voorbij komen, dit is immers makkelijker te verkrijgen dan wachten tot de regenton gevuld is. Het idee hierachter zou gemakzucht zijn en natuurlijk ook dat het vriendelijk genoeg is voor de planten. Toch is kraanwater in dit geval de echte boosdoener, denk maar eens aan al het aanwezige chloor, calcium, natrium en magnesium dat aanwezig is. Deze stapelen zich langzaam op in de potgrond. De wortels zijn in dit geval absoluut niet gewend om te gaan met voedingsstoffen in de bodem en dit kan de plant aanzienlijk schade toebrengen. Dit experiment is dan ook echt bedoeld om iedereen te laten zien hoe belangrijk het gebruik van regenwater is en waarom we ook kraanwater in dit geval echt links moeten laten liggen.

De voorbereiding

Wil je goed voor jouw planten zorgen? Dan is een goed begin echt het halve werk. Dit komt omdat je bij plantenverzorging echt altijd een paar stappen vooruit moet denken. Daarom begonnen we ruim voor het experiment al met het verzamelen van regenwater, want dit is simpelweg de meest lastige stap. Je hebt namelijk absoluut geen controle over wanneer dat regenwater beschikbaar wordt. Je moet dus goed gaan kijken naar het weerbericht, de regentonnen alvast klaar zetten en ook zorgen dat je uiteindelijk genoeg voorraad zou hebben om het ook vier weken echt vol te kunnen houden. Denk aan het feit dat er namelijk ook droge weken kunnen zijn. Je hebt dus zoals we al aangaven geen garantie op regenwater, sidenote: Dit is dan ook de reden dat zoveel vleesetende planten eigenaren overstappen op kraanwater of andere type wateren. Dit is oneindig beschikbaar en dus ook gewoon makkelijk te bereiken zonder enige voorbereiding.

Ik gebruikte:

  • Twee regentonnen van elk 100 liter, aangesloten op de regenpijp van het schuurtje en de garage.
  • Twee emmers en een grote teil op het balkon, handig voor snelle buien.
  • Een reeks kleinere opvangbakken onder open hemel, zoals afwasteilen en gieters, puur als reserve.

Voor de opvang van het regenwater gebruikte ik alleen maar materialen die nog nooit in aanraking zijn geweest met schoonmaakmiddelen, olie en zeep. Zelfs deze kleine resten kunnen ontzettend schadelijk zijn voor de planten. Alles dat we gebruikt hebben is zorgvuldig afgespoeld met regenwater. Dit om het experiment ook zo puur mogelijk te kunnen houden.

Na alle buien filterde we het water door een fijne doek. Dit zorgt ervoor dat bladeren, insecten, vogelpoep en ook ander organisch materiaal het water niet konden vervuilen of enige rotting konden veroorzaken. Zo hielden we het water zo schoon mogelijk, dit zonder chemicaliën of conserveringsmiddelen.

Week 1: De overgang

De allereerste week merkte we eerlijk gezegd nog niet veel verschil. De planten zagen er hetzelfde uit als dat ze er normaal ook uit zouden zien. Wat wel opviel is dat ze door het regenwater een stuk zachter aanvoelde. Dit is natuurlijk geen detail dat vertelt over het effect over de plant, maar het is wel een leuke en opvallende bijkomstigheid.

Wat ik absoluut niet verwacht had, het gaf ons als verzorgers ook ontzettend veel rust. We hadden geen gedoe met het laten staan van kraanwater, destilleren van water of het aanschaffen van osmosewater, geen twijfels over de samenstelling, nee. Het was gewoon zuiver water wat uit de lucht was gevallen.

Week 2: Eerste subtiele veranderingen

In de tweede week begonnen er toch veranderingen te komen, dit was als eerste te zien bij de Drosera Capensis. De kleine tentakeltjes aan de uiteinden van de bladeren gaven veel meer glinsterende druppeltjes. De kleverige druppeltjes waarmee de plant insecten vangt. Dit is een heel goed teken, de plant is zeer actief en ook gezond.

De Venus vliegenval vertoonde meer sluitende vallen, en we hadden het idee dat ze iets sneller dichtklapten. Of dit puur toeval was of echt te danken aan het regenwater, durfde we toen nog niet te zeggen. Maar het viel ons op.

De Sarracenia begon nieuwe bekers aan te maken, en ze leken groter en iets feller van kleur dan normaal. Ook de Nepenthes maakte nieuwe uitlopers met kleine bekertjes, een teken dat hij zich op zijn gemak voelde.

Week 3: Meer energie en vitaliteit

In week drie was er geen twijfel meer mogelijk, de planten waren energieker. Waar ze eerder af en toe nieuwe bladeren maakten, kwamen er nu uit meerdere groeipunten tegelijk nieuwe uitlopers.

De Drosera leek werkelijk te glanzen van gezondheid, met een sterke roze kleur op de tentakels. Dit is typisch voor zonnedauw die goed in zijn vel zit – zonlicht én goed water zorgen voor die intense kleur.

Ook de Sarracenia verraste me. We hadden iets eerder wat vergeelde bekers verwijderd, maar de nieuwe bekers waren stevig, helder van kleur en vooral geuriger. Dit is juist de geur die de insecten aan zal trekken, dit betekent dan ook dat de plant actiever aan het proberen is om prooien te vangen.

De Nepenthes had inmiddels twee nieuwe bekers volledig ontwikkeld, én begon zelfs aan een derde. Iets wat je  normaal gesproken niet zo snel zal zien gebeuren, niet op dat niveau en die snelheid.

Week 4: De balans opmaken

Na die vier weken konden we uiteindelijk een goede conclusie trekken. Regenwater heeft wel degelijk een positief effect op de gezondheid van de vleesetende plantjes. Ze groeide ook met een gezonde en sterke lijn. We hebben onze concrete bevindingen hieronder voor jou op een rijtje gezet:

  1. Gezondere groei

De planten maakten meer nieuwe bladeren, bekers en vallen aan. Alles oogde stevig, felgekleurd en vitaal.

  1. Actievere vangmechanismen

De vallen van de Venus vliegenval werkten beter, en de druppelproductie van de zonnedauw was opvallend toegenomen. Ook de bekerplanten trokken meer insecten aan.

  1. Geen ophoping van mineralen

De potgrond bleef luchtig en vrij van witte korstjes, die soms verschijnen als kraanwater verdampt en zouten achterblijven.

  1. Betere weerstand

De planten leken minder vatbaar voor rot of schimmelvorming. Komt dit puur door het water of kan het ook te maken heeft met het feit dat we een stuk alerter was op verzorging, is moeilijk te zeggen, maar het resultaat is wat telt.

Wat als het een droge maand is?

Een hele goede vraag, we hebben hier in ons Nederland in de regel het geluk dat er nogal vaak en snel neerslag aanwezig is. Dit geldt natuurlijk wel voor de herfst en de winter. We mogen niet vergeten dat een droge maand in de zomer natuurlijk absoluut geen uitzondering is. Juist op dat specifieke moment, wanneer de zon fel schijnt en je vleesetende planten actief groeien, is de behoefte aan goed water misschien wel het grootst.

Wat dan?

Gelukkig zijn er alternatieven die je zonder zorgen kunt inzetten wanneer de regentonnen leeg raken:

  • Gedemineraliseerd water

Dit is het type water waaruit de meeste opgeloste zouten en ook mineralen zijn verwijderd, dit gebeurt altijd via een chemisch proces (vaak met ionenwisselaars). Dit is water dat je snel zult terugvinden bij bouwmarkten, drogisten  of autowinkels. Vaak wordt het ook gebruikt in stoomstrijkijzers of accu’s. Je wilt natuurlijk wel goed opletten dat je een variant kiest welke zonder toegevoegde geurstoffen of enige andere toevoegingen is. Je wilt dus echt gaan voor puur gedemineraliseerd water.

  • Gedestilleerd water

Dit is water dat je verkrijgt door het eerst te koken om daarna de damp op te vangen en dit weer te laten condenseren. Hierbij blijven alle vaste stoffen zoals zouten en metalen achter. Het resultaat hiervan is dan ook ultra zuiver water. Je kunt het overal kant en klaar kopen in flessen, of als je zelf handig bent kun je het ook zelf maken met waterdistilleerapparaten.

  • Osmosewater

Dit water is populair bij aquariumliefhebbers. De reden hiervoor is dat osmosewater wordt gemaakt met een omgekeerde osmose-installatie. Hierbij wordt kraanwater onder hoge druk door een membraan geperst dat bijna alle opgeloste stoffen tegenhoudt. Het resultaat is zuiver water, met een zeer lage geleidbaarheid.

Wat we leerde van een maand regenwater gebruiken

Deze maand was zoveel meer dan een experiment, het was een algeheel leerproces. Lang niet alles gaat over de waterkwaliteit, maar ook over de aandacht, geduld en liefde voor jouw planten. Doordat je kiest voor het beste dat je kunt geven, zul je een prachtige reactie krijgen. Bestaande uit bloei, groei en een stille dankbaarheid.

Conclusie

Wij van Vleesetendeplant.nl kijken met andere ogen naar een regenbui, waar we vroeger misschien dachten bah daar gaat de regen weer denken we nu fantastisch, topkwaliteit water voor onze planten. Dit is misschien wel de meest mooie mindswitch van allemaal. Het mee veranderen als verzorger samen met jouw planten. Je leert dus kijken, luisteren en in het einde groeien jullie samen naar iets geheel nieuws.

Laat een reactie achter

*Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd

* Vereiste velden

Vergelijk producten Verwijder alle producten

You can compare a maximum of 3 products

    Hide compare box
    Vleesetendeplant.nl 4,9 / 5 - 299 Reviews @ Google My Business
    Wij slaan cookies op om onze website te verbeteren. Is dat akkoord? JaNeeMeer over cookies »